Symptomen van Parkinson

Bij Parkinson patiënten is waargenomen dat de neuronen of hersencellen progressief en geleidelijk aan gaan afbreken door beschadiging gevolgd door specifieke cellen die een proces van degeneratie doormaken, en uiteindelijk sterven deze neuronen af.
Het is deze progressieve degeneratie van hersencellen of neuronen dat leidt tot de karakteristieke Parkinson symptomen die zich gaan manifesteren. Hieronder staat een overzicht van de symptomen van de ziekte van Parkinson.

Parkinson symptomen
Mensen met Parkinson vinden het moeilijk om hun evenwicht te bewaren, zij beginnen vaak te trillen zonder dat zij dit willen of doorhebben, hun spieren raken geatrofieerd of stijf en rigide. Spontane bewegingen worden erg moeilijk of dit vermogen bestaat helemaal niet meer. Er is een vreemd patroon waar te nemen bij het lopen wat gemakkelijk kan worden herkend en het lichaam trekt krom.

Het acroniem TRAP maakt het makkelijker om de symptomen van de ziekte van Parkinson te onthouden. De T is voor trillen of tremoren van de ledematen, R is voor rigiditeit of spierstijfheid, A staat voor Akinesie of zeer veel moeite met het aanzetten van bepaalde bewegingen, zeer langzaam bewegen of moeite om een bepaalde beweging vol te houden. De P staat voor instabiliteit van het Postuur.

Symptomen van Parkinson in een vroeg stadium
Medisch onderzoek heeft uitgewezen dat er zeer subtiele tekenen of symptomen zijn van Parkinson die zich voordoen bij de persoon in kwestie. Deze gaan meestal onopgemerkt en lang daarna beginnen de andere symptomen, zoals de tremoren, tot zichtbaar tot uiting te komen.

Een aantal van deze vroege symptomen zijn rust tremoren, een extreem subjectief gevoel van trillen dat zich van binnen afspeelt, de stem wordt zacht, er is een gevoel van ongemak, pijn, tintelen of gevoelloosheid in de ledematen of de nek, een slepend been bij het lopen of mank lopen, een pijnlijke ‘bevroren’ schouder, een kromme postuur of flexie van het lichaam, het onvermogen om de armen mee te laten bewegen bij het lopen en een vreemde verandering in gezichtsuitdrukking wat zich kenmerkt door het staren of niet knipperen. De persoon kan ook moeite hebben met slikken.