Diabetes type 2
Diabetes type 2
In tegenstelling tot diabetes type 1, is diabetes type 2 niet insulineafhankelijk. Het is het meest voorkomende type, want uit 21 miljoen mensen die aan de ziekte lijden, hebben ruim 90% van hen diabetes type 2.
In tegenstelling tot mensen met diabetes type 1, kunnen mensen met diabetes type 2 nog wel insuline produceren. De insulineproductie is echter niet toereikend. Er zijn gevallen waarbij de insulineproductie zelf voldoende is, maar dat het lichaam de insuline niet herkent, waardoor het niet op de juiste manier wordt gebruikt. Wanneer het lichaam insuline niet herkent, dan is er sprake van insulineresistentie. In elk geval wordt glucose niet omgezet in energie, wat een opstapeling van glucose in de bloedbaan veroorzaakt.
Opstapeling van glucose in de bloedbaan brengt ook andere complicaties met zich mee, waaronder uitdroging, een symptoom van diabetes. Dit wordt veroorzaakt door het veelvuldige urineren dat nodig is om de overtollige glucose uit de bloedbaan te lozen. Een andere complicatie is een diabetisch coma. Dit wordt veroorzaakt door ernstige uitdroging. Op het laatst, wanneer het lichaam niet meer in staat is om de glucose uit de bloedbaan te verwijderen, zullen zenuwschade, schade aan de kleinere bloedvaten, het hart en de nieren na verloop van tijd plaatsvinden.
Een ander verschil met diabetes type 1 is dat mensen van iedere leeftijd diabetes type 2 kunnen krijgen. De mensen die het grootste risico lopen zijn mensen die kampen met overgewicht, een familiegeschiedenis van diabetes, en vrouwen die bij vorige zwangerschappen last hebben gehad van zwangerschapsdiabetes.
Symptomen zijn extreme dorst, droge mond, abnormale toename van honger, veelvuldig urineren, misselijkheid, wazig zien, vermoeidheid, tintelende handen of voeten. Een ander symptoom is het herhaaldelijk last hebben van huid, urineweg of vaginale infecties.